| Geeft de huidige instellingen en eigenschappen van het product weer.
|
|
| 1.
|
| Druk op het bedieningspaneel op Setup.
|
|
| 2.
|
| Selecteer Rapporten met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
|
|
| 3.
|
| Selecteer Config-rapport met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
|
|
| Er wordt nog een pagina afgedrukt. Op deze pagina vindt u in het gedeelte Faxinstellingen informatie over de faxinstellingen van het product.
|
|
| Pagina Status benodigdheden
|
| Geeft de resterende levensduur van de HP-printcartridge, het geschatte aantal resterende pagina’s, het aantal afgedrukte pagina’s en andere informatie over benodigdheden weer.
|
|
| 1.
|
| Druk op het bedieningspaneel op Setup.
|
|
| 2.
|
| Selecteer Rapporten met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
|
|
| 3.
|
| Selecteer Accessoirestatus met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
|
|
|
| PCL-, PCL6- of PS-lettertypelijst
|
| Geeft weer welke lettertypen op het apparaat zijn geïnstalleerd.
|
|
| 1.
|
| Druk op het bedieningspaneel op Setup.
|
|
| 2.
|
| Selecteer Rapporten met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
|
|
| 3.
|
| Selecteer PCL-lettertypen, PS-lettertypen of PCL6-lettertypen met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
|
|
|
| Bevat voorbeelden van tekst en afbeeldingen.
|
|
| 1.
|
| Druk op het bedieningspaneel op Setup.
|
|
| 2.
|
| Selecteer Rapporten met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
|
|
| 3.
|
| Selecteer Demopagina met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
|
|
|
|
|
|
| Hierop worden het aantal afgedrukte pagina’s van elk formaat, het aantal enkelzijdig (simplex) en dubbelzijdig (duplex) afgedrukte pagina’s en het gemiddelde dekkingspercentage weergegeven.
|
|
| 1.
|
| Druk op het bedieningspaneel op Setup.
|
|
| 2.
|
| Selecteer Rapporten met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
|
|
| 3.
|
| Selecteer Gebruikspagina met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
|
|
|
| Hierop worden de menu’s en beschikbare instellingen van het bedieningspaneel weergegeven.
|
|
| 1.
|
| Druk op het bedieningspaneel op Setup.
|
|
| 2.
|
| Selecteer Rapporten met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
|
|
| 3.
|
| Selecteer Menustructuur met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
|
|
|
| Geeft de netwerkinstellingen van het product weer.
|
|
| 1.
|
| Druk op het bedieningspaneel op Setup.
|
|
| 2.
|
| Selecteer Rapporten met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK.
|
|
| 3.
|
| Selecteer Netwerkrapport met de pijlknoppen en druk dan op OK.
|
|
|
|
|
|