Het document wordt niet ingevoerd tijdens het faxen.
|
|
De maximumlengte van een pagina die u kunt laden, is 381 mm. Bij het faxen van een langere pagina wordt gestopt bij 381 mm.
|
|
Druk het document op korter papier af.
|
Wanneer er geen papier is vastgelopen en er minder dan een minuut is verstreken, wacht u een ogenblik voordat u op Annuleren drukt. Wanneer er papier is vastgelopen, verwijdert u dit. Verzend de taak vervolgens opnieuw.
|
|
Als het materiaal te klein is, kan het gemakkelijk vastlopen in de automatische documentinvoer (ADI).
|
|
Gebruik de flatbedscanner. Het minimumformaat voor afdrukmateriaal in de ADI is 127 x 127 mm.
|
Wanneer er papier is vastgelopen, verwijdert u dit. Verzend de taak vervolgens opnieuw.
|
|
De verzending van faxen stopt halverwege.
|
|
Het ontvangende faxapparaat functioneert mogelijk niet goed.
|
|
Probeer de fax te verzenden naar een ander faxapparaat.
|
|
De telefoonlijn werkt mogelijk niet.
|
|
Voer een van de volgende handelingen uit:
|
●
|
Zet het volume van het product hoger en druk vervolgens op Fax starten op het bedieningspaneel. Wanneer u de kiestoon hoort, werkt de telefoonlijn.
|
|
●
|
Haal het telefoonsnoer van het product uit de wandcontactdoos en sluit vervolgens een telefoontoestel aan op de wandcontactdoos. Probeer iemand te bellen om te controleren of de telefoonlijn goed werkt.
|
|
|
De faxtaak wordt wellicht onderbroken door een communicatiefout.
|
|
Zet de instelling voor nummerherhaling bij een communicatiefout op Aan.
|
|
Het product ontvangt wel faxen, maar kan ze niet verzenden.
|
|
Wanneer het product op een digitaal systeem is aangesloten, genereert het systeem mogelijk een kiestoon die niet door het product kan worden waargenomen.
|
|
Schakel de optie Kiestoon detecteren uit.
|
Neem contact op met de serviceprovider van het systeem als de fout zich blijft voordoen.
|
|
Er is wellicht een slechte telefoonverbinding.
|
|
Probeer het later opnieuw.
|
|
Het ontvangende faxapparaat functioneert mogelijk niet goed.
|
|
Probeer de fax te verzenden naar een ander faxapparaat.
|
|
De telefoonlijn werkt mogelijk niet.
|
|
Voer een van de volgende handelingen uit:
|
●
|
Zet het volume van het product hoger en druk op Fax starten op het bedieningspaneel. Wanneer u de kiestoon hoort, werkt de telefoonlijn.
|
|
●
|
Haal het telefoonsnoer van het product uit de wandcontactdoos en sluit een telefoontoestel aan. Probeer iemand te bellen om te controleren of de telefoonlijn goed werkt.
|
|
|
Uitgaande faxoproepen gaan door met kiezen.
|
|
Het product kiest een faxnummer automatisch opnieuw als de opties voor nummerherhaling zijn ingesteld op Aan.
|
|
Druk op Annuleren als u niet wilt dat het product een faxnummer opnieuw kiest. Of verander de instelling voor nummerherhaling.
|
|
Verzonden faxen arriveren niet op het ontvangende faxapparaat.
|
|
Het ontvangende faxapparaat is wellicht uitgeschakeld of bevat een fout, bijvoorbeeld omdat het papier op is.
|
|
Bel de ontvanger en controleer of zijn of haar faxapparaat aan staat en gereed is om faxen te ontvangen.
|
|
De originelen zijn wellicht niet juist geladen.
|
|
Controleer of de originele documenten op de juiste wijze in de ADF-invoerlade of de flatbedscanner zijn geplaatst.
|
|
Er bevindt zich mogelijk een faxbericht in het geheugen omdat een nummer in gesprek is en opnieuw moet worden gekozen. Mogelijk zijn er ook andere taken die moeten worden verzonden of is de fax ingesteld om later te worden verzonden.
|
|
Als er om een van de genoemde redenen een faxtaak in het geheugen is opgeslagen, wordt een vermelding van die taak vastgelegd in het logboek voor faxactiviteiten. Druk het faxactiviteitenlogbestand af en controleer of er in de kolom Status taken staan die nog de markering In de wachtrij hebben.
|
|
Verzonden faxen hebben een grijs gearceerd blok aan het einde van elke pagina.
|
|
Het faxformaat voor de glasplaat is mogelijk onjuist ingesteld.
|
|
Controleer of de instelling juist is.
|
|
Bij verzonden faxen ontbreken gegevens aan het einde van elke pagina.
|
|
Het faxformaat voor de glasplaat is mogelijk onjuist ingesteld.
|
|
Controleer of de instelling juist is.
|
|
Op het bedieningspaneel wordt een foutmelding over te weinig geheugen weergegeven.
|
|
De fax is mogelijk te groot, of de resolutie te hoog.
|
|
Probeer een van de volgende oplossingen:
|
●
|
Splits een fax op in kleinere gedeelten en fax deze afzonderlijk.
|
|
●
|
Verwijder opgeslagen faxen om meer geheugen vrij te maken voor uitgaande faxen.
|
|
●
|
Configureer de uitgaande fax als een vertraagde fax en controleer vervolgens of deze volledig wordt verzonden.
|
|
●
|
Zorg ervoor dat het product de laagste resolutie-instelling (Standaard) gebruikt.
|
|
|