Het product kan geen faxen ontvangen van een extra toestel.
|
|
De instelling voor extra telefoons is wellicht uitgeschakeld.
|
|
Wijzig de instelling voor het extra toestel.
|
|
Het faxsnoer is wellicht niet goed aangesloten.
|
|
Controleer of het faxsnoer goed is aangesloten op de telefoonaansluiting en het product (of een ander op het product aangesloten apparaat). Druk achtereenvolgens op 1-2-3, wacht drie seconden en hang dan op.
|
|
De kiesmodus van het product of van het extra telefoontoestel is wellicht onjuist ingesteld.
|
|
Controleer of de kiesmodus van het product is ingesteld op Toon. Controleer of het extra telefoontoestel ook is ingesteld op toonkiezen.
|
|
Het product beantwoordt geen binnenkomende faxoproepen.
|
|
De antwoordmodus is mogelijk ingesteld op Handmatig.
|
|
Wanneer de antwoordmodus is ingesteld op Handmatig, beantwoordt het product geen oproepen. Start het faxontvangstproces handmatig.
|
|
De instelling voor het aantal beltonen is wellicht niet goed ingesteld.
|
|
Controleer of het aantal belsignalen juist is ingesteld.
|
|
De functie voor antwoordbelpatronen is wellicht ingeschakeld maar u beschikt niet over een dergelijke dienst, of u beschikt over een dergelijke dienst en de functie is niet goed ingesteld.
|
|
Controleer of de functie voor antwoordbelpatronen correct is ingesteld.
|
|
Het faxsnoer is wellicht niet goed aangesloten of functioneert niet.
|
|
Raadpleeg de Starthandleiding om de installatie te controleren. Controleer of u het faxsnoer gebruikt dat bij het product is geleverd.
|
|
Het product detecteert wellicht geen inkomende faxsignalen omdat het antwoordapparaat bezig is met het afspelen van een gesproken bericht.
|
|
Neem het bericht op het antwoordapparaat opnieuw op en laat het bericht voorafgaan door minstens twee seconden stilte.
|
|
Er zijn wellicht te veel apparaten aangesloten op de telefoonlijn.
|
|
Sluit niet meer dan drie apparaten aan op de lijn. Verwijder het laatste apparaat dat is aangesloten en controleer of het product werkt. Als dit niet het geval is, verwijdert u de apparaten een voor een en probeert u het na elk apparaat opnieuw.
|
|
De telefoonlijn werkt mogelijk niet.
|
|
Voer een van de volgende handelingen uit:
|
●
|
Zet het volume van het product hoger en druk vervolgens op Fax starten op het bedieningspaneel. Wanneer u de kiestoon hoort, werkt de telefoonlijn.
|
|
●
|
Haal het telefoonsnoer van het product uit de wandcontactdoos en sluit een telefoontoestel aan. Probeer iemand te bellen om te controleren of de telefoonlijn goed werkt.
|
|
|
Het product beantwoordt geen binnenkomende faxoproepen.
|
|
De beantwoording van oproepen door het product wordt mogelijk verstoord door een berichtenservice.
|
|
Voer een van de volgende handelingen uit:
|
●
|
Sluit de berichtenservice af.
|
|
●
|
Gebruik een telefoonlijn speciaal voor faxoproepen.
|
|
●
|
Stel de antwoordmodus van het product in op Handmatig. In de handmatige antwoordmodus moet u zelf de ontvangst van de fax starten.
|
|
●
|
Laat het product in de automatische modus staan en verlaag het aantal belsignalen voor het product naar een waarde die lager is dan het aantal belsignalen dat voor de voicemail is ingesteld. Het product beantwoordt alle inkomende oproepen.
|
|
|
Het papier is mogelijk op en het geheugen is vol.
|
|
Vul de papierinvoerlade bij. Druk op OK. Alle faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, worden afgedrukt en vervolgens worden er weer faxoproepen aangenomen.
|
|
Faxen worden niet afgedrukt.
|
|
|
Plaats afdrukmateriaal in de invoerlade. Faxen die worden ontvangen terwijl het papier op is, worden opgeslagen in het geheugen en worden afgedrukt nadat het papier is bijgevuld.
|
|
De optie voor ontvangen naar de pc is wellicht ingeschakeld waardoor faxen worden ontvangen op de computer.
|
|
Controleer of de computer faxen ontvangt.
|
|
Er is een fout opgetreden.
|
|
Kijk of er een foutmelding op het bedieningspaneel wordt weergegeven en raadpleeg vervolgens Foutmeldingen op de fax.
|
|
Faxen worden niet op één pagina maar op twee pagina’s afgedrukt.
|
|
De instelling voor automatische verkleining is niet correct.
|
|
Schakel de automatische verkleining in.
|
|
Mogelijk zijn de inkomende faxen verzonden op groter afdrukmateriaal.
|
|
Pas de instelling voor automatische verkleining aan zodat grotere pagina’s op één pagina worden afgedrukt.
|
|
Ontvangen faxen zijn te licht, zijn blanco of hebben een slechte afdrukkwaliteit.
|
|
De toner is op geraakt tijdens het afdrukken van een fax.
|
|
Het product slaat de laatst afgedrukte faxen op. (De beschikbare hoeveelheid geheugen bepaalt het werkelijke aantal faxen dat wordt opgeslagen om opnieuw af te drukken.) Vervang de toner zo snel mogelijk en druk de fax opnieuw af.
|
|
De ontvangen fax is te licht.
|
|
Neem contact op met de afzender en laat deze de fax opnieuw versturen nadat de contrastinstellingen zijn gewijzigd.
|
|